Het grootste indoor bluesfestival van het
zuiden,
de Southern Bluesnight, was op 17
maart alweer aan zijn 22ste editie toe. Plaats van handeling is de
laatste jaren traditie getrouw het Parkstad
Limburg Theater te Heerlen, waar op 3 podia een
internationaal scala aan artiesten de blues op eigen wijze
presenteert.
Dit jaar deed het affiche bij menigeen de wenkbrauwen fronsen door een
aantal vrij onbekende namen. Maar, een mix tussen vertrouwd en onbekend
is al vaker een succesformule gebleken. De organisatie kennende staan
zij garant voor kwaliteit en ga je in de regel na afloop weer naar huis
met een plaat of CD van een band of artiest waar je van te voren nog
nooit van gehoord had. Het beloofd dus weer een avond vol verrassingen
te worden!
Met 11 acts en 2 Buskers is het affiche aardig
volgepropt en
dienen er als van ouds weer keuzes gemaakt te worden omdat enkele
optredens elkaar overlappen of gelijktijdig plaats vinden. Daar is de
steeds uitdijende groep vaste bezoekers inmiddels wel mee bekend. Om in
dit verslag aan elke band aandacht te besteden betekent dat voor
ondergetekende een half uurtje hier, een half uurtje daar. Of minder!
Traditie getrouw wordt het publiek in de tot juke joint omgetoverde
foyer verwelkomd door de winnaars van de BRUL contest (Blues en Roots
Uit Limburg), dit maal afkomstig uit België. Bourbon
Street wordt als een van de beste
bluesrockbands van België beschouwt en heeft mannen met klinkende namen
als Jojo Guitar, Little
“m”, Daddy Bean en Chopstick
Will(y) in de gelederen. Zij starten
met Hometown en de eerste
voltreffer is een feit. Met I’m Sorry vervolgen
zij hun set, maar om je hiervoor te excuseren is niet nodig want zij
laten het publiek genieten van 45 minuten rauwe swampblues, rock en een
tikkeltje funk. Of daar ook een slowblues bij zat, zou men aan de fans
van deze band – die het hele concert uit zaten - moeten vragen, want
na Cutting Loose (eigen werk)
maakt een groot deel van het publiek zich op weg naar de Limburg-zaal
waar de Errol Linton Band geprogrammeerd staat.
Hoewel hier in Nederland misschien nog niet zo bekend is de
singer-songwriter en vooral mondharmonica-speler Errol
Linton in de UK bijzonder populair. Hij werd
niet voor niets driemaal gekozen tot "British Best Harmonica Player of
the Year". Dat hij van Jamaicaanse afkomst is hoor je in zijn muziek
terug. Chicago blues met reggae invloeden is niet alledaags, maar
klinkt verdomd lekker! Met de onverstoorbare Adam
Blake op gitaar, Lance
Rose op bas, Petar
Zivkovic achter de toetsen en Kenrick
Rowe op drums heeft hij een zeer solide band
gevormd. Uiteraard wordt hun dit jaar verschenen album “Packing
My Bags” gepromoot en komt o.a. de aanstekelijke en
dansbare titelsong voorbij, maar ook Mama Said,
de titelsong van zijn in 2011 uitgebrachte CD. Naast dat Errol een
fantastische mondharmonica-speler is, is hij ook gezegend met een warme
stem. Die toont overeenkomsten met die van Eric Bibb, één van de
trekpleisters van de vorige editie. Errol en band zijn in ieder geval
prima op hun plaats in de Limburg-zaal, waar de voetjes van de vloer
kunnen.
Ook uitstekend op zijn plaats is Barrelhouse die
de Rabo-zaal bezetten. Dansen is hier helaas niet mogelijk, hier komt
men – gezeten in het rode pluche - voornamelijk om te
luisteren.
De band van Tineke Schoemaker –
zij was de enige zangeres deze avond – start gelijktijdig met Guy Davis
& Paul De Laat. De keuze om eerst onze landgenoten te bezoeken
bleek een verstandige te zijn, want de grote Rabo-zaal liep snel vol en
was al gauw tot de nok gevuld. Het is eigenlijk vreemd dat zij pas voor
het eerst op de Southern Bluesnight staan, want al meer dan 40 jaar is
Barrelhouse een vaste waarde in de Neder-blues. Solide als eikenhout en
nog steeds niet onderhevig aan houtrot.
De band kan uit een enorm repertoire van 15 albums putten en wisselt
met gemak een mee-swingbare boogie als Meet Me At The Bottom (lekker
gitaar werk van de gebroeders LaPorte)
af met de kippenvel slowblues Allmost There.
De band krijgt het applaus dat zij verdiend en het is voor
ondergetekende balen dat hij ook deze geweldige show vroegtijdig moet
verlaten. Gelukkig heb ik Barrelhouse vaker gezien en weet ik dat
iedere show een energieke en intense beleving is, zeer zeker in een
theater waar geluid en licht altijd prima verzorgt zijn. Maar ja, zo
vaak komt Guy Davis ook weer niet in de buurt. Het verlaten van de zaal
blijkt al net zo moeilijk te zijn als het er in komen.
Ook Guy Davis, die in zijn akoestische set vanavond op mondharmonica begeleid wordt door Paul De Laat, mag op veel publiek rekenen. Het is dringen geblazen in de juke joint als ik tijdens Lay Lady Lay arriveer. De real-bluesman is tegenwoordig aan de snor (en buiten het podium ook gebrild), waardoor hij zich vóór de show vrijwel ongestoord door het publiek kon bewegen. Na de show is een ander verhaal. Voor zijn show heeft hij mij enkele nummers opgeschreven die hij deze avond zou spelen. Daardoor weet ik zonder ze gehoord te hebben dat het publiek zich goed geamuseerd heeft met o.a. Chocolate Man, Little Red Rooster, That’s No Way To Get Along, Shake It Sonny en Saturday Blues. Na enkele foto’s te hebben gemaakt begeef ik me weer naar de Limburg-zaal waar gitaar-gigant Chris Cain direct na Guy Davis aan zijn show begint.
Buskers
Waar je in het Theater ook bent, overal hoor je de blues, of
aanverwante muziek. Op weg naar de Limburg-zaal kom je Cajun
Moon tegen die als ‘Buskers’ dienst doen. Deze
‘straatmuzikanten’ hebben werken van o.a. J.J. Cale van eigen
arrangementen voorzien en dat hoort zich goed aan. Lars
Murrer, Robert Spronken, Jules
en Bram Peters (vader en zoon) kunnen op veel
bijval rekenen en soms is het zelfs moeilijk om je een weg door het
publiek te banen. In het voorbij gaan hoor ik (denk ik) City
Girls en Articicial Paradise voorbij
komen. De songs zijn zo bewerkt dat ze je aan het nadenken zetten, want
het klinkt bekend, maar toch ook weer niet. Wat dat betreft is hun
missie geslaagd, maar als je als cover band nummers zo knap kunt
bewerken moet je ook in staat zijn om eigen werk te produceren.
Ga je de trappen op naar de Rabo-zaal dan wordt je op deze reis geconfronteerd door de andere ‘Buskers’ Stompin’ Grounds, een jeugdig trio met Jesse Deledda-bas/vocals, Rick Stegeman-gitaar/backings en Daan van de Ven-drums. Stompin’ Grounds speelt veelal stevig eigen werk dat je het beste kunt beschrijven als een mix tussen bluesrock en Gipsy-Swing. Op hun setlist staan songs als Hunchback Blues, Gypsy Lover en Make Some Noise. Net als Cajun Moon spelen zij meerdere sets. Bij de laatste set hadden ze een verrassing voor het publiek in petto, want als Mario Jossels, de bassist van Bourbon Street en Richard van den Elzen, mondharmonicaspeler bij Big Ritch & the Blacksmith Company zich bij hen voegen ontstaat er een spontane jamsessie. Helaas was uw reporter toen alweer op weg naar een ander optreden.
Chris Cain leerde
zichzelf al op 8-jarige leeftijd gitaar spelen. Talent verloochend zich
niet daarom was hij als tiener al professioneel muzikant. Als iemand
als Joe Bonamassa hem bewonderd en hem zijn belangrijkste invloed
noemt, dan maakt dat op zijn minst nieuwsgierig. De verwachtingen waren
dan ook hoog gespannen, al bood Google van te voren al uitkomst. Wel
nu, live stelt hij totaal niet teleur! In Europa laat hij zich altijd
begeleiden door de Italiaanse Luca Giordano Band,
een top band waar ook Billy Branch, Sugaray Rayford en John Primer
graag gebruik van maken.
Zij vliegen er meteen in Whole Lot Of Loving gevolgd
door het funky Steppin’ On A Highwire.
Met prachtige mimiek worden vlijmscherpe solo’s op het publiek
afgevuurd. Man en gitaar zijn één! Hier komt de gitaarliefhebber
volledig aan zijn trekken en vergaapt het publiek zich met open mond
aan deze brok bluesdynamiet. Na Crosscut Saw en Help
Me trakteert hij de volle zaal met de bijna 12
minuten durende slowblues Sweet Sixteen.
De tijd vliegt en zonder het in de gaten te hebben ben ik langer bij
Chris gebleven als gepland. Terwijl hij Why I Sing
The Blues inzet verlaat ik met spijt de
Limburg-zaal op weg naar de jukejoint waar Ernest van
Aaken al aan zijn set begonnen is.
Ernest staat vooral bekend als de singer-songwriter die zijn eigen
gitaren bouwt, als soloartiest dus. Deze avond heeft hij echter een
band meegenomen, bestaande uit Roel op
bas, Daan achter de
drums en Rob op trombone
(!) Een aparte samenstelling misschien maar het klinkt in totaliteit
lekker. Het talrijke publiek dat zich voor het kleine podium verzamelt
heeft geniet zichtbaar van songs als Keep Your Lamp
Trimmed And Burning, het met tempo wisselingen gepaard gaande If
You Want Me To Love You en Rag
Mama Rag (The Band). Zijn optreden swingt – ten
tijde dat ik daar was – de pan uit. Een heel verschil met zijn solo
optredens die voornamelijk op country-blues gebaseerd zijn maar het
toont ook de kwaliteiten die Ernest in huis heeft.
Op naar de Rabo-zaal voor een brok authentiek blueswerk. Hiervoor staat SaRon Crenshaw garant! SaRon werd min of meer ontdekt door Bart Kamp, de bassist van Blind B’ & The Visionairs, door wie hij zich vanavond laat begeleiden. Tussen SaRon en band bestaat een soort chemie, een beweging, een gebaar, men begrijpt elkaar. Dat resulteert in vrij lange nummers, waarin Govert van der Kolm-Hammond, Bart Kamp-bas en Arie Verhaar-drums ook de gelegenheid krijgen om te soleren. Prachtig is het bijna 15 minuten durende Last Night (I Lost The Best Friend I Ever Had), een nummer waarmee hij de hele zaal in zijn ban heeft. Dat merk je vooral als hij bij de microfoon wegloopt en hij on-versterkt nog steeds duidelijk te horen is. Het is genieten met gesloten ogen! Met SaRon Crenshaw en Blind B’& The Visionairs kreeg het publiek deze avond 75 minuten blues met een hoofdletter B voorgeschoteld. Dat een afbeelding van SaRon dit jaar het affiche mocht sieren is volkomen terecht.
Onder het motto “Een portie funk en soul fietst er altijd lekker in” was ik erg benieuwd naar Tweed, of eigenlijk Tweed Funk dat Heerlen aandoet met The Smokey Holman Memorial Tour. Deze tour is ter ere van hun onlangs overleden frontman Smokey Holman. Voor deze tour vond de band in Gervis Myles een gedreven nieuwe zanger. Het lijkt zo langzamerhand een traditie te worden dat de laatste band in de Limburg-zaal voor de beste stemming zorgt. In een nog niet zover verleden waren dat Lucky & Tamara Peterson, The Boom Band, Shakura S'Aida en Kyla Brox. Aan dat rijtje kan nu ook Tweed worden toegevoegd.
De band uit Milwaukee trapt af met Mellow Sax, gevolgd door Woman Don’t. Als een geoliede machine rolt er een soulshow over het podium waarbij het moeilijk is om stil te staan. Dat is opmerkelijk want Gervis wist enkele maanden geleden nog niet dat hij het nieuwe gezicht van de band zou worden. De gepassioneerde gospelzanger was druk bezig met zijn solo album toen hij door de band gevraagd werd. Tot nu toe zijn de CD opnames beperkt gebleven tot de single Elements Of Love. In deze band voelt hij zich als een vis in het water en het gezelschap grooved, funkt en swingt (Fine Wine) dat het een lievenlust is met nummers als Thinkin’ You Can, Sweet Music en Bring It On Home. Naast Gervis zijn het gitarist Randy Komberec en saxofonist Andrew Spadafora die middels fantastische solo’s de aandacht trekken en zich daarbij in de rug versterk voelen door de dampende ritme sectie met Eric Madunic op bas en drummer David Schoepke.
Halverwege hun concert spoed ik me naar de juke joint om nog een glimp op te vangen van de andere Guy namelijk die jongen van Verlinde met The Mighty Gators. Hier vind ik ook de verklaring waarom het in de Limburg-zaal minder druk is als bij de vorige bands, want hier is het echt vol. Kennelijk geeft een groot deel van het publiek toch de voorkeur aan de ‘genuine foot stompin’ blues music’ van Guy en kornuiten boven funk en soul. Mijn uitzicht beperkt zich inderdaad tot een glimp en ik beperk me dan ook tot enkele luchtfoto’s van afstand en ga verder genieten van Tweed Funk die hun set afsluiten met Walls en It’s Music.
Ook nu weer kan de organisatie terug kijken op
een zeer
geslaagde editie van de Southern Bluesnight. Met 1400 bezoekers werd
het record (1420) van 2 jaar geleden net niet verbeterd, maar volgend
jaar doet zich weer een gelegenheid voor.
De echte diehards blijven nog even, maar het eens zo atletische lichaam
geeft signalen af dat het om 01:30 voor mij genoeg geweest is. Tevreden
en verwarmd door de blues verlaat uw reporter met een lege beurs, maar
wel met een zak vol CD's het Theater en stapt de vrieskou in, in de
hoop dat hij er volgend jaar op 16 maart weer bij zal zijn.
Harm Lutke
@ gezien-gehoord.nl, maart
2018