top
poster

poster

poster

poster

poster

poster

poster


2023


Southern Bluesnight Parkstad Limburg Theater, Heerlen (NL) - 18 maart 2023

Recensie van Back to the roots,
Franky Bruneel

Bij onze noorderburen krijgt de blues ook een prominente plaats in de programmering van stedelijke theaters. Dat kunnen we ons in België jammer genoeg maar nauwelijks voorstellen. Een mooi voorbeeld van hoe de blues op handen wordt gedragen in zo'n Nederlandse cultuurtempel, is de Southern Bluesnight in het Limburgse Heerlen. Elk jaar laten naar schatting zo'n 2.000 bluesliefhebbers de twee sfeervolle zalen en de 'foyer-juke-joint' vollopen voor een gevarieerd en kwalitatief aanbod bluesmuziek. Deze keer was het festival aan zijn 25ste editie toe en dat was een dubbele mijlpaal. De jubileum-editie betekende meteen ook het afscheid van programmeur John Hendrix. De avond begint voor ons in de staande Limburgzaal. In afwachting van de afscheidsceremonie voor John knalt er harde rock door de speakers. Gelukkig valt het volume mee. We weten niet of de klankmensen vast aan het theater verbonden zijn dan wel aan een ingehuurd bedrijf. In elk geval weten zij niet wat de blues is. John Hendrix weet dat wél. Hij was jarenlang te horen op Maastrichts L1 waar hij jazz- en bluesprogramma's verzorgde. Hij is de mede-oprichter en programmator van dit festival en geef toe, de reputatie van de Southern Bluesnight is er een om fier op te zijn. In zijn toespraak zegt John dat hij het wat kalmer aan moet doen. Dat is de enige reden waarom hij er na 25 edities mee ophoudt. De directeur van het theater, de verantwoordelijke voor de muziekprogrammering en de wethouder Cultuur van de stad Heerlen zetten John Hendrix in de bloemetjes en in de whiskey. Ook vanuit het dankbare publiek krijgt John cadeautjes toegestopt. Hij blijft er kalm en bescheiden onder. Bedankt voor alles, John! We haasten ons nog naar de Rabozaal, een prachtige theaterzaal met 1200 pluchen zitjes, waar we de laatste nummers van het gelegenheidscollectief Christian Rannenberg, Franck Goldwasser en Roger Wade meepikken. De schitterende pianist Rannenberg en de verdienstelijke harper Wade zijn Duitsers. Goldwasser is een gewezen Parisien die een eeuwigheid geleden naar de Amerikaanse westkust uitweek en sinds kort terug in Frankrijk woont. Het klikt wel tussen de drie. Beurtelings spelen ze de hoofdrol. Rannenberg kondigt Memphis Slims 'Mother Earth' aan en Wade grapt: "Als iemand oud genoeg is om zich Memphis Slim te herinneren, sta dan vooral niet recht." Goldwasser pointeert dit ietwat flauwe geneuzel met prachtig, zeer verfijnd akoestisch gitaarwerk. Christian brengt ook nog Tommy Tuckers 'Alimony' – Tucker is ook de man van 'Hi Heel Sneakers', weet u wel – en vertelt in de intro dat Tucker ooit met zijn zus getrouwd was... In de Limburgzaal speelt de Phil Gates Band. Phil komt uit Chicago – vreemd dat we hem daar nooit tegenkomen in het bluescircuit – en heeft een Duitse tourband. Hij brengt standaardblues met toch ook wel heel wat eigen werk. Wij vinden 'Phil's Blues' wel leuk, vooral dan omwille van de aankondiging waarin hij de liefde vergelijkt met een oude lampenradio. Die moest ook eerst opwarmen. "You turned me on, now turn me up!" scandeert hij alvorens hij knap gitaarwerk neerzet. Zijn zang vinden we echter middelmatig. Dat valt ook op in 'Messin' With The Kid'. Junior Wells is als zanger in dit nummer nooit geëvenaard geworden. Nochtans krijgen we muzikaal vuurwerk. Phil laat zijn gitaar huilen in een flitsende solo, de drummer varieert kunstig op al zijn potten en deksels en de toetsenman levert functioneel werk en zorgt mee voor het ritme. Bij de statische bassist stellen we ons de vraag of die man hier wel graag is... We willen verkasten naar de Rabozaal maar dat valt niet mee. Toeschouwers die naar een groep 'buskers' staan te kijken, versperren de doorgang. Die buskers zitten hier de hele avond kampvuurliedjes te spelen. De hele avond, kunt u zich dat voorstellen? Bij de trap in de foyer speelt een tenger vrouwtje een zeemzoete Engelstalige versie van ''t Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer'. Wat zegt u? Draaien we de dingen om? Heet dat nummer 'City Of New Orleans' en is het oorspronkelijk van Steve Goodman? Ja, dat weten wij ook wel allemaal, maar we vertellen u gewoon hoe dat vrouwtje klinkt. De buskers slagen er dus niet in om onze aandacht vast te houden. Misschien komt dat wel omdat ze in de verste verten niets met blues gemeen hebben. We zijn mooi op tijd in de pluchen Rabozaal geraakt voor het optreden van Hans Theessink & Big Daddy Wilson. Op amper twee weken voor zijn 75ste verjaardag heeft Mister Euroblues, afkomstig uit Enschede maar al sinds jaar en dag in Wenen residerend, nog niets aan overtuigingskracht ingeboet. Zijn stem is nog steeds loepzuiver, zijn gitaarspel beklijvend. De klik met de Amerikaanse zanger-percussionist is er overduidelijk. "My name is Wilson", zegt die. "And they call me Big Daddy". We zagen hem al in verschillende constellaties maar met Theessink komt hij optimaal tot zijn recht. Het akoestische duo brengt als tweede nummer 'Mother Earth' van Memphis Slim – zeg nu nog eens dat toeval niet bestaat. We horen ook werk van Skip James en van hun gezamenlijke nieuwe cd 'Pay Day' brengen ze o.a. 'Virus Blues', een nummer dat Theessink schreef nadat hij een tournee in Denemarken al na het eerste optreden moest onderbreken vanwege de ingestelde lockdown. Deze ingetogen set kan op de eerlijke appreciatie van het publiek rekenen. Dat publiek zingt luidkeels mee met 'Trouble Man Blues' en door ook de banjo ter hand te nemen, zorgt Hans voor een welgekomen afwisseling. Klasse! Op weg naar de Limburgzaal vangen we een glimp op van Sugar Queen die in de foyer een feestje aan het bouwen is. Maar we moeten keuzes maken en Curtis Salgado hebben we nog niet eerder live gezien. Kijk, we gaan meteen met de deur in huis vallen. Dit is toch écht wel 'the next level'. Wat een band, zeg! We hebben het Franse Soul Shot van drummer Fabrice Bessouat al veel straffe dingen zien doen – o.a. als begeleiders van Jimmy Johnson – maar de muzikaliteit die ze vandaag laten horen, overtreft alles. We komen net binnen als ze de klassieker 'Look Over Yonder's Wall' (James 'Beale Street' Clark, 1945) inzetten in een gemene funkversie. Anthony Stelmaszack schittert op gitaar en de Nederlandse Roel Spanjers legt op Hammond een keivette groove neer. Curtis Salgado is geweldig bij stem, leidt de band met strakke hand en geniet duidelijk. De muziek geeft hem energie. Wij vinden het eigenlijk echt niet normaal hoe iemand die leverkanker, longkanker en drie overbruggingen heeft overleefd hier zo tekeer gaat. Hij bezingt het losbandige leven met drank en drugs, dat hij achter zich heeft gelaten, in een uitbundige rock-'n-rollsong die hij aan Jerry Lee Lewis opdraagt. Pure blues krijgen we in '20 Years Of B.B. King' en Anthony, verduiveld, hij weer, klinkt op gitaar écht wel als de dikke meester. Curtis speelt niet onaardig harmonica en etaleert dit in 'You're So Fine' van Little Walter die hij de allergrootste noemt. Maar vanavond, hier in Heerlen, is Curtis Salgado zonder twijfel de allergrootste! Mud Morganfield, de oudste zoon van Muddy Waters, mag de gebeurtenissen in de Rabozaal afsluiten. Hij heeft een uitstekende Britse band bij en het is vooral harmonicaspeler Steve West Weston die regelmatig knappe interventies plaatst. Mud brengt een repertoire dat in hoofdzaak uit Chicago-klassiekers bestaat (hij bracht onlangs op Delmark Records de cd 'Portrait' uit, met daarop ook wat eigen werk, maar dat krijgen we niet te horen). '19 Years Old', 'Baby Please Don't Go' en 'Hoochie Coochie Man' worden een feest der herkenning. We vermoeden dat je de dag van vandaag live niet veel dichter bij de sound van Muddy Waters kunt komen dan tijdens een optreden van Mud Morganfield. In enkele nummers neemt Mud een basgitaar ter hand – we hebben 'm dit nog niet eerder live zien doen – en eerlijk gezegd verrast hij ons daarmee. Zijn basspel is rudimentair maar het draagt wel de volledige band. Eén klein puntje van kritiek misschien. Wanneer Mud tussen de nummers door enkele luttele dingen snel en binnensmonds tegen het publiek zegt, is hij vaak onverstaanbaar. Of het moet aan ons liggen... Het tikt tegen middernacht aan, maar we willen in de Limburgzaal nog enkele nummers meepikken van de Britse harmonicavirtuoos Giles Robson, begeleid door de Nederlandse Fat Harry & The Fuzzy Licks. Dat optreden loopt al aardig gesmeerd als we binnenkomen. Het valt ons op dat Giles meer noten blaast dan vroeger. We kennen hem als een eminent en prominent vertolker van een zeer authentiek en traditioneel harmonicaspel. Vanavond lijkt het alsof hij zich in de categorie Sugar Blue en Jason Ricci heeft geplaatst. Er gaat een soort muzikale geestdrift van hem uit en die is eigenlijk wel nuttig, misschien zelfs nodig, voor nummers als 'Your Dirty Look And Your Sneaky Grin'. Harry en zijn Licks kwijten zich gedegen van hun taak. Het is duidelijk dat Giles zich comfortabel voelt in hun gezelschap. Wie nog niet helemaal murw is, kan straks nog meer harmonicawerk krijgen. In de foyer gaat Thomas Toussaint een jam leiden met wat hij de Dutch Blues All Stars noemt. We blijven nog even naar de voorbereidingen kijken. Little Steve op gitaar en Roel Spanjers aan de toetsen, dat kan niet verkeerd zijn. Morgenvroeg hebben we echter een stevige rit huiswaarts te verteren, dus kiezen we op dit late uur voor onze nachtrust. Moe maar voldaan, om het maar eens met een cliché te zeggen. De Southern Bluesnight was weer eens bijzonder genietbaar. We hopen dat iemand met kennis van zaken het werk van John Hendrix zal verderzetten. Ondertussen blijven Curtis Salgado en zijn superband nazinderen... Franky Bruneel

Recensie van Back to the roots.